Rooskleurige wandeling met kleine kinderen, niet voor watjes

De eerste kilometers zijn altijd het zwaarst. Ik herken het patroon inmiddels. Grote Kleine O. die loopt te zuchten en te steunen, Broertje die zijn armpjes omhoog zwiept terwijl hij de weg blokkeert: “Papa, dragen!” We hebben net twee kilometer afgelegd en ik verzeker de kinderen dat ze er gewoon even in moeten komen. De benen moeten nou eenmaal even warmlopen. (Klaagmodus uit graag!)

Maar ik zie ook aan de klok dat het tijd is voor een tussendoortje. Ik weet het eerste oponthoud nog te rekken tot drie kilometer. Uit een rugzak vol gezonde en ongezonde tussendoortjes kiezen de kinderen zure blauwe bessen en sappige worteltjes, die ze vanaf een stapel omgezaagde boomstammen oppeuzelen.

In de bossen op de heuvels aan de overzijde van de Donau heeft de schorskever hard toegeslagen en er zijn daarom veel bomen gekapt. Geen bankjes op deze wandelroute, maar boomstammen zijn even functioneel en staan garant voor heel veel klimplezier. Stralende ogen als we op een enorme forwarder stuiten, een gigantische machine die in de bosbouw wordt gebruikt, bij alle drie mannen welteverstaan.

De natuur is de beste speeltuin. (Wandel)stokken, blubberige modderpoelen, de sporen van een ree, een ruw opgedroogde slang, de poederachtige substantie op de vleugels van een prachtige, dode kolibrievlinder, het zachte, groene mos op de rotsen, rood bloeiend gras dat zachtjes in de wind danst. Er valt zoveel te ontdekken dat de kilometers voorbij vliegen.

Ik had delen van twee wandelroutes gecombineerd en had vriendlief al voorbereid op een pittige wandeling met ons gezin, niet wetende dat ik de route iets te rooskleurig had voorgesteld. De derde pauze weet ik te rekken tot 10 kilometer. Met chocoladerepen in het vooruitzicht voor de kinderen verzwijg ik hoe ver we al hebben gewandeld en hoe ver we waarschijnlijk nog moeten. De chocolade levert gelukkig de broodnodige energie die nodig is voor de laatste etappe over de karrensporen die de Romeinen hebben achtergelaten (hoe gaaf is dat?!), langs oever van de Donau naar het veerpontje waarmee we de rivier oversteken. Er was zelfs nog genoeg energie voor een korte omweg langs het Türkentor uit 1529.

Cola, dat krijgen de kinderen nóóit, maar ik zeg Grote Kleine O. tijdens die laatste kilometers dat hij zich moet voorstellen dat er straks een groot glas cola voor hem wordt neergezet. Ik denk zelf aan mijn halve liter ijskoud alcoholvrij bier. Broertje roept om soep, vanaf de schouders van vriendlief, omdat we de draagzak nota bene vandaag waren vergeten.

Bijna achttien kilometer en meer dan vijfhonderd hoogtemeters met een kind van zeven en eentje van bijna vier (die een kilometer of vijf is gedragen): het kán en het was gááf, maar de volgende keer een stukkie korter is ook prima.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.